De trap moest geschilderd worden, evenals een aantal kozijnen. Daarom kwam Jappie de schilder, met strakke hand en zonder tape. Met bewondering kijk ik naar zijn werk. ’s Middags om een uur of vier gaat Jappie naar huis en plaatst het deksel terug op het verfblik. Het blik wordt gesloten, en dat blijft zo tot de volgende ochtend, wanneer dit ritueel in omgekeerde volgorde opnieuw plaatsvindt aan het begin van een nieuwe werkdag.
Er is een gedachte die me nauwelijks loslaat: wat gebeurt er met de kleur van die verf zodra het deksel op dat blik zit? Denk eens met me mee….is die verf dan nog steeds groen? Stel dat je daarvan uitgaat, hoe kun je dat dan bewijzen? Wanneer het deksel nog nét niet helemaal gesloten is, kijk je stiekem het blik in en zie je dat de verf nog groen is. Maar wat gebeurt er wanneer je niet meer door een kiertje mee kunt gluren? Wat gebeurt er in dat geheimzinnige blik nadat de hand van Jappie met zachte druk het deksel op zijn plaats heeft geduwd? Is groene verf dan nog wel groen? Of wordt het rood? Krijgt het misschien een kleur die wij helemaal niet kennen? Of doen kleuren niet meer mee in een gesloten blik?
Natuurkundig gezien denk ik dat dat laatste het meest waarschijnlijke is. Die verf ís immers niet groen, maar líjkt groen. Groene verf heeft de eigenschap dat alleen de groene kleur licht weerkaatst wordt en we het dus als groen zien. En als er geen licht is, zoals aan de binnenkant van een gesloten verfblik, wordt er helemaal niets weerkaatst. Groene verf is dan dus niet meer groen, hoe het ook zijn best doet om groen te lijken met al zijn groene-licht-weerkaatsende eigenschappen. Zonder licht is er helemaal geen kleur. Een donkere boel. Pas als je er je eigen licht op schijnt, komt het tot leven.
Ik geloof niet dat er zoiets bestaat als objectieve waarheid. Bij kleuren niet (“is het nou groen of toch meer blauw?”), en bij teksten ook niet. In vroeger tijden zei een dominee nog wel eens, na het lezen uit de Bijbel: “En, gemeente, dan kom ik nu tot de explicatie!”. De explicatie. Alsof er een objectieve, immer geldende en universele boodschap ergens boven de Bijbel zou zweven en dat de predikant deze inmiddels ontrafeld had. Maar zo werkt het niet.
Dezelfde fascinatie als ik heb bij de verf in dat gesloten blik, heb ik ook voor de letters in de Bijbel. Wie weet wat er gebeurt zodra de Bijbel dichtgeklapt is? Wat gebeurt er dan binnen in die boeken? En hoe gedragen die letters zich de volgende dag wanneer er weer licht valt op Jesaja of Genesis of Lucas? Het hangt er maar net vanaf in wiens ogen het licht weerkaatst wordt. En in welke omstandigheid de lezer verkeert. Hoe je je voelt. Of je man of vrouw bent. Rijk of arm. Wijs of geleerd. Lichtvoetig van geboorte of zwaarmoedig door het leven. Wit of zwart. Frysktalig troch mem of Spaanstalig door overheersing. Haantje de voorste of kat-uit-de-boom-kijker. Alles speelt mee in je verstaan van teksten. Net als bij de verf krijgt ook hier de tekst pas kleur wanneer je er je eigen licht op werpt. Gelukkig maar, want zo blijven die teksten levend. Iedere context mag van harte meespreken bij het interpreteren en verstaan van teksten. Of jouw interpretatie wel klopt? Ik zou zeggen: ja, die klopt altijd. Blijkbaar is dat, wat de weerkaatsing van de letters vandaag doet met jou. Door er telkens vanuit een ander perspectief naar te kijken, weerkaatsen ze steeds een ander stukje licht op ons leven. En wat vandaag klip en klaar is, lijkt morgen wellicht een raadsel. En die psalm die vorig jaar nog gesloten leek, spreekt vandaag boekdelen. Gelukkig maar. Levende kleuren.
Prettige beeldspraak. TOP.
Mooie bespiegeling…