Kinderen van Moeder Aarde. De titel van een boek, geschreven door Thea Beckman. Op Facebook zag ik net een post van Janneke, die vandaag al haar boekenbonnen had uitgegeven om haar eigen exemplaar van deze trilogie te bemachtigen. Dit verhaal mag eigenlijk in niemands boekenkast missen.
Ik moet een jaar of twaalf geweest zijn toen ik datzelfde boek voor mijn verjaardag kreeg. Het is een futuristisch verhaal dat speelt in Groenland, dat Thule genoemd wordt. De Thuleense maatschappij is gebouwd op de pijlers van gelijkwaardigheid, vrede, zorg voor de Aarde en respect voor leven. De manier van leven van de Thulenen wordt beschreven in schril contrast met de Badense kolonisten, die op zoek zijn naar macht, individuele rijkdom en aanzien.
Het boek greep me enorm aan; ik probeerde me voor te stellen hoe het zou zijn om in zo’n samenleving te wonen. Na het omslaan van de laatste bladzijde had ik meteen heimwee naar Thule, en de personages die zo’n grote indruk hadden gemaakt. Na die tijd heb ik het boek meermalen herlezen, en terwijl ik dit schrijf komt het beeld van Thule weer tot leven in mijn herinnering.
Thule bestaat niet echt. Ook de personen zal ik nooit lijfelijk ontmoeten. Nou ja, onze zeilboot is vernoemd naar Thura, een van de hoofdpersonen, maar realistischer dan dat zal een ontmoeting nooit worden. Maar daarmee is het niet over en uit. Het is een werkelijk verhaal. Het woord werkelijk betekent niet hetzelfde als “echt”. Werkelijk is niet hetzelfde als feitelijk, maar werkelijk betekent dat het werkt. En dat heeft het verhaal wel degelijk gedaan; het heeft in mij gewerkt en het had ook zo kunnen werken in de realiteit. Het verhaal heeft zijn werk gedaan en kan dat ook blijven doen. Thule is een werkelijke samenleving.
Begin 2015 stond er in Trouw een vraaggesprek met PKN predikant Edward van der Kaaij, die daarin aangaf tot de ontdekking te zijn gekomen dat Jezus niet als historische figuur heeft bestaan. Maar hij zegt ook dat de boodschap van Jezus Christus daarmee niet in kracht afneemt. Ik denk dat hij wel gelooft in de Messias, maar niet Jezus van Nazareth. Hij vraagt zich af, of het hart van het christelijk geloof afhangt van de historiciteit van Jezus. Zo’n opmerking doet natuurlijk het nodige stof opwaaien. Een ketter! Er wordt gezaagd aan de wortels van het Christendom!
Een tijdje geleden was ik bezig met parallellen tussen de Bijbel en de Koran. Ik las over Mozes, die in de Koran Moesa heet. Hetzelfde verhaal, over dezelfde figuur, maar toch anders. De verschillen zitten vooral in de beschrijvende details, maar de lijn van het verhaal is verbluffend overeenkomstig. Vertrouwen, spijt, verantwoordelijkheid, hoop, trouw en vernieuwing zijn thema’s die in beide boeken een grote rol spelen. Verdere details, zoals de beschrijvingen van het mandje, de Farao, de woestijn en het manna zijn illustratief, maar kunnen ook vertroebelend werken als je probeert te begrijpen waar het echt over gaat. En om daarmee terug te komen op het begin van dit stukje: lezen zonder belast te hoeven worden met de vraag of dat allemaal wel feitelijk gebeurd is, is dan heel verrijkend. Het boek Exodus is waarschijnlijk op schrift gesteld tijdens de Babylonische ballingschap, zo rond 570 v. Chr. In deze tijd van angst, onvrijheid en vervreemding kwam er ruimte voor en vraag naar de oerverhalen. Verhalen van hoop op een nieuwe toekomst, een leven terug in het paradijs, een leven in vrijheid. Sagen? Mythes? Of het levensverhaal van ieder mens?
Zo probeer ik ook Edward van der Kaaij te volgen. En Carel ter Linden. En Exodus. En Guus Kuijer, in zijn Bijbel voor ongelovigen. En zo lees ik ook Kinderen van Moeder Aarde. Niet dat het zo is, maar dat het zo mag zijn. Dat je je mag verliezen in het verhaal. Een werkelijk verhaal. Zodat je niet meer bang hoeft te zijn voor de aantasting van je wortels.
(het interview met Edward van der Kaaij is hier na te lezen)
Mooi, een verhaal om je leven mee door te kunnen.