verhalen over geloof

Kruid

Wat is dat toch met on-woorden? Onmogelijk. Onvoldoende. Onbeleefd. Onjuist. Onbehoorlijk. Onzin. Ondankbaar. Onmens. In plaats van het juiste, het goede, lijken deze woorden te verwijzen naar hoe je niet moet zijn. Het zijn woorden die de afwijking onderstrepen en ze zijn al snel normatief. Wanneer je onvolwassen genoemd wordt werd er blijkbaar ander gedrag van je verwacht. En wanneer je onsportief bent, had je de anders moeten reageren. Onwoorden zeggen iets over de verwachting van degene die ze uitspreekt.

Een kleine twee jaar geleden leerde ik iemand kennen. Zijn naam was Rintje Altena en nu leeft hij opeens niet meer. Rintje, met zijn schipperstrui, spijkerjack en paardenstaart leek niet zoveel te hebben met onwoorden. Misschien ook wel niet met normen, al weet ik dat niet zeker. Ik had in ieder geval niet het idee dat ik ergens aan moest voldoen bij Rintje. Ik hoefde niet vromer te zijn dan ik ben, niet grappiger, leuker, diepzinniger of filosofischer dan ik in mijn mars heb. Wie vindt dat niet fijn? Om je maskers en harnassen en laagjes chroom eens even thuis te laten en geen (ingebeelde) drang te voelen om je aan te hoeven passen aan de kwaliteitsnorm van een ander, of van een groepje of een of ander clubje. Dat is iets anders dan nooit willen of kunnen veranderen, maar het betekent dat je je geaccepteerd voelt en welkom bent als mens met je kwaliteiten én grillen, zonder aanzien des persoons. Want een duur pak of indrukwekkende titels maakten Rintje de pis niet lauw.

Wat een kunst om zo onbevangen in het leven te staan dat je de dingen om je heen steeds opnieuw met verwondering en nieuwe ogen kunt ervaren. Wat een kunst om iedere dag te leven alsof het je laatste kan zijn en zo te genieten van kleine dingen. Rintje had daar oog voor. Een vlinder op een hek. De pluizen van een paardenbloem. Of de haakjes van het kleefkruid. Welke norm maakt een plant een volwaardige plant? Daar zijn geen normen voor. Ieder plantje heeft zijn eigen schoonheid, hoe klein het ook is en tegen de klippen op probeert te groeien tussen de stoeptegels. Rintje had een credo wanneer er met dat ene vreselijke onwoord gesproken werd over ‘zijn’ stadsflora; zijn motto zou iedereen zich eigen mogen maken en gaat over veel meer dan alleen de melkdistel of het koolzaad: “Onkruid? Dat bestaat niet!”

 

 

 

 

1 reactie

  1. Ton van Harlingen

    Dag Jelle, bedankt voor deze vriendelijke brief over het onkruid. Maar ik zei je gisteren al dat ds. Klaas van der Wijk, destijds predikant, samen met Erica, in Zaanstreek-Noord, eenzelfde soort preek heeft gehouden in Wormerveer, waar ook een hovenier tot zijn toehoorders behoorde. Hij zal daar toch zo z’n gedachten over gehad hebben! Enfin, Klaas voegde de daad bij het woord en deed niets meer aan zijn tuin van de pastorie in Krommenie. Na verloop van tijd was het erf verworden tot een wildernis, waarin het sterkste ‘onkruid’ de rest overwoekerde en waarvan de gehele buurt schande sprak. Zijn tuin geleek op het huidige Haïti, waarin de sterkste bendes de dienst uitmaken. Zorgvuldig beheer, met respect voor het ‘onkruid’, blijft nodig.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2024 Jelle Waringa

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑