Met zijn tienen waren we. Samen gekomen om voorzichtig aan elkaar te snuffelen, om een glimp op te vangen van elkaars toekomstdromen. Een prenatale woongroep wiens geboorte nog ver genoeg in de toekomst ligt om tijd te hebben om aan elkaar te wennen.
Twintig jaar geleden woonden we in Amsterdam. Ik zat op het balkon en keek uit op de appartementen aan de overzijde van de binnentuin. Vier hoog, 30 breed, dan zijn 120 huizen. Met 120 wasmachines, met 120 koelkasten, met 120 CV ketels. En minstens 120 verhalen waar de andere 119 niets van weten. Zoals onze buurman, die een paar weken eerder weduwnaar was geworden. Zijn vrouw was overleden, aan de andere kant van onze slaapkamermuur. Ik wist van niets. Waarom doen we niet meer dingen samen?
We hebben allemaal wat te eten meegenomen. Mensen stellen zich voor aan de hand van hun bereide maaltijd. Verbazend om te zien dat er dan opeens overvloed is, zonder dat er afgesproken is wie wat maakt. Eten delen…dat is gemeenschap. Dat eten op zich is een verzameling ingrediënten, maar wanneer het gedeeld wordt komt er iets extra’s. Dan wordt het een avondmaal, en breekt iedereen open. De diepste verlangens naar een ander leven komen op tafel en ik denk terug aan dat balkon in Amsterdam. Toen twintiger, nu veertiger. Toen met uitgesproken ideeën over hoe het allemaal moest en zou, nu minder zeker van goed en fout. Maar met eenzelfde verlangen.
Soms ben ik bang dat het leven gewoon zo’n beetje door kabbelt, en ik op een gegeven moment doodga zonder dat ik de dingen heb gedaan die wezenlijk voor me waren of zijn. Oude dromen over beroemd worden, literaire werken nalaten of grootse filantropische projecten op mijn naam hebben, daar heb ik wel afscheid van genomen. Nee, ik bedoel dat ik zo druk ben met van alles, dat ik soms bang ben dat ik niet genoeg tijd neem om in een spiegel te kijken naar mijn talenten, om die in te zetten voor iets wat ertoe doet. Groot of klein, dat maakt niet uit. Internationaal of gewoon thuis, beide prima. Maar waarom ben ik hier?
In de bijbel zijn het steeds juist die kleine gebeurtenissen die zulke grote uitwerkingen hebben. Niet voor hele volksstammen, koninkrijken of keizers, maar voor kleine mensen. Voor een kind dat weer kan staan, of die ene blinde man die weer duidelijk voor ogen krijgt wie hij is. Of voor die jongen die een stem hoort en snapt dat hij iets moet met zijn leven. Of voor die vader die zijn zoon in zijn armen neemt en zo blij is dat hij de terugweg heeft gevonden. Het zijn steeds weer de verhalen van mensen die een nieuw begin zien zitten en het niet alleen houden bij wat ze al hebben.
O. las me een verhaal voor. Het is te lang om hier helemaal op te nemen. Het gaat over een kwal. Wat is nou de waarde van een kwal? Hij wordt door de golven op het strand gekwakt en droogt op in de zon. Dat gebeurt iedere dag duizenden keren op ieder strand. Zelfs meeuwen houden niet van kwallen. Kortom: geen reden om je om een opdrogende kwal te bekommeren. En wat nou als je er een paar uit zou graven en terug zou brengen naar de branding? Voor de kwal zou het een redding betekenen. Vrede. Tenminste, daar aan het strand even. Er is natuurlijk nog genoeg ellende over in de wereld. Daar verandert zo’n reddingsactie voor de kwal niets aan. En toch…misschien lijkt het zinloos, en voor het voortbestaan van de aarde onbelangrijk. Maar voor dat ene levende wezen verandert de hele wereld – en daarin kun je wel een beetje meebeslissen.
Ik dacht aan de uitdrukking een druppel op een gloeiende plaat. Wat heb ik toch een hekel aan die zin. Iedere druppel is er een. En dat kan heel wat zijn. In het klein, maar zijn we dat niet allemaal? Een groot verschil voor kleine mensen.
Aan het einde van de avond zaten we in de kerk. Het was donker geworden en we zongen Bless the Lord, my soul.
Of dat zin heeft? Tien mensen in een gebouw van oude stenen die een liedje zingen? En een kaarsje branden? Ja, dat heeft zin. Dan denk ik tenminste, en dat hoop ik ook. Een nieuw begin, een nieuwe druppel als begin van een oceaan, om een gemeenschap te vormen van mensen die samen vorm willen geven aan hun geloof in hoop en liefde. Omdat anders iedere dag de andere gewoon opvolgt en het leven me tussen de vingers doorslipt.
Oh ja. Dat kwallenverhaal. Eigenlijk te mooi om je te onthouden. Het staat hier.
Zin is er niet. Die mag je maken.