Ze voelde zich al een tijd niet goed. Somber, pessimistisch en soms eenzaam. Een jonge vrouw die het leven soms nauwelijks aan kan. Velen baden voor haar en vroegen God om haar bij te staan. Onlangs vond ze een baan, zag wat licht aan het einde van de tunnel en zag het leven weer een beetje zitten. Een mens die zichzelf terugvindt. Prachtig. Het bidden was niet voor niets geweest, volgens sommigen.
De bejaardensoos heeft zaterdag haar jaarlijkse uitje. Een rondvaart met aansluitend een diner. De voorzitter gaat in gebed en vraagt of het mooie weer maar aan mag houden, in ieder geval tot het reisje aanstaande zaterdag. Dat vaart ook wel zo prettig, met een zonnetje erbij.
Hij heeft er geen weet van dat drie kilometer verderop Jacob Steensma, akkerbouwer, ook aan het bidden is. “God, laat het toch eindelijk gaan regenen!”. De aardappeloogst dreigt te mislukken door de aanhoudende droogte.
Wanneer je ervan uitgaat dat God ingaat op dergelijke verzoeken, dan ontkom je er wat mij betreft niet aan om ook na te denken over de andere kant. Zoals het bejaarde echtpaar dat ook had gehoopt op een mooie middag, maar jammerlijk genoeg frontaal werd aangereden door een idioot die veel te hard reed. Als God het laat regenen, laat hij dan ook auto’s op elkaar botsen? En waarom? Hadden ze niet genoeg gebeden? Of had God het te druk met het verzorgen van een regenbui? Of waren ze misschien niet aangesloten bij de kerk? Zo’n god is niet mijn God.
Van het concert des levens krijgt niemand een program. Gelukkig niet, want dat zou ik enorm beangstigend vinden. Bovendien ontneemt het mij iedere motivatie om iets van mijn leven te maken; het ligt immers toch al vast? Ik weet niet hoe God wel werkt, maar het grote boek, dat past niet in mijn beeld van Hem. Misschien is dat teleurstellend, maar voor mij voldoende. Ik geloof in chaos. Botsende sterren, onfortuinlijke valpartijen, de aarde splijt open, mensen verdrinken. Afschuwelijke gebeurtenissen, maar toeval. Soms zijn mensen stomweg op het verkeerde moment op de verkeerde plek. Pech. Klote. Maar die chaos is voor mij geruststellend. Ik geloof niet in God die weigert ons een program des levens te geven, want dat program dat is er niet. En ik leer steeds meer te accepteren dat ik er nauwelijks iets van snap.
Welke ruimte blijft er dan nog over voor God?
Middenin alle chaos, angst, verdriet en narigheid is er ook een soort innerlijk bewustzijn dat hoop ademt. Een licht gevoel, sprankelend, moedig, hoopvol, mooi. Een intrinsieke kracht die niet aangetast wordt door alle geweld van buiten. Soms denk ik dat God zo werkt – kijk naar je talenten, luister naar je innerlijke stem, maak keuzes, neem verantwoordelijkheid. Wat een vrijheid! Ik geloof dat dat iets is wat je als mens ontvangt. Vanochtend in Nijkleaster ging het over dankbaarheid. Dat hoeft niet alleen een woord met een spruitjesgeur te zijn; dankbaarheid geven kun je ervaren als iets dat je ontvangt. Ontvankelijkheid voor mooie dingen, voor liefde, voor kunst, voor muziek, voor de zon, voor de vogels, voor mensen om je heen. En als het allemaal niet lukt, tegenzit en moeilijk is…dan hoef ik daar God niet de schuld van te geven. Dan wil ik proberen mee te dobberen op de golven van mijn leven totdat ik weer vaste grond voel.
Er is geen program. Wat een verademing.
Ik vraag me af in hoeverre determinisme voorwaardelijk is voor toeval en vrijheid.