hineni

Tussen de voorkerk en de kerkzaal hangt een tochtgordijn. De zware stof ruikt muf. Mijn vader houdt het gordijn opzij, zodat ik erdoor kan. Ik betreed het Heilige der Heiligen, dat wat verborgen ligt en geheimen in zich draagt. Ik sta als vijfjarig jongetje samen met mijn vader in de Hervormde kerk van Oldeboorn. Het gewelf doet me denken aan de kathedralen in Frankrijk die we tijdens onze vakanties bezochten. Onmetelijke hoogtes voor een klein ventje. In het halfdonker is de mystiek voelbaar, maar niet te bepalen. Ik ben onder de indruk. De Ene kende mij al, maar ik Hem nog niet.
Een paar jaar later. Op school heb ik geluisterd naar het verhaal van Samuëls roeping. Voor mij speelt dat verhaal zich af in de net gebouwde studeerkamer van mijn vader en de bijkeuken in ons huis in IJlst. Eli slaapt in de kamer, Samuël in het tochtige gangetje waar wij het kattenvoer hadden staan en de wasmachine. Dat is waar Samuël geroepen werd. Ik ben een jaar of 9, misschien wel niet veel jonger dan Samuel in het verhaal uit de Bijbel. Het verhaal deed iets met me en ik moet voorzichtig zijn nu niet anachronistisch te gaan invullen wat dat dan was. Veiliger is het om te blijven bij het werkelijke gevoel, dan bij een duiding. Het woord mystiek kende ik nog niet, maar misschien was dat wel ik wat voelde. Mystiek. Een geheim in de stilte van de nacht. Die stilte was mij als ervaren slaapwandelaar zo eigen in die tijd. Samuël die de gewijde, stille stem van God hoort, maar nog niet herkent. Samuël kent de Ene nog niet,- er heeft zich nog geen woord van de Ene aan hem onthuld.

35 jaar later. Het is 2016 en de Radboudkerk in Jorwert is het huis van mijn stage. Ik studeer Theologie & Levensbeschouwing. Dit huis staat open voor mensen om stilte, bezinning en verbinding te ervaren. Dit is ook een huis voor God om te schuilen voor al het geweld dat hem aangedaan wordt. Mensen mogen hier sykhelje, of op adem komen, of to breathe again. Ieder verstaat de woorden in de eigen taal. Het woord van de Ene is schaars geworden in die dagen, geen visioen is doorgebroken. Wie laat zich nog vinden binnen de muren van dit gebouw? Het is een monument, misschien wel van een voorbije tijd. Nog voordat we jou zochten, was je al bij ons. Voordat we jouw naam kenden, was je al onze God. De tijd verandert, maar jouw roep blijft onveranderd klinken.

Door de jaren heen denk ik soms dat ik sporen herken van de Ene. Zien, soms even, zoals Huub Oosterhuis zegt. Niet in een onmetelijk hoge hemel of in academische dogmatiek, maar in een onaantastbare broze veiligheid binnen in mijzelf. Het is iets dat mij nooit verlaat, me verbindt met dat jongetje in de kathedraal van Oldeboorn, maar ook met Samuël die uiteindelijk begrijpt dat hij zelf moet beslissen wie hij voor God wil zijn. Het contact met die veiligheid is wankel en eenmaal verlaten, valt het niet mee om de ingang terug te vinden naar die ruimte. De stem van binnen roept, maar is moeilijk hoorbaar door alle lawaai van mijn mensenbestaan.

Deze plek, deze kerk in Jorwert, helpt mij om te luisteren. Wanneer ik in verwarring binnenkom, of vol van mijn eigen agenda. Het lawaai van mijn ego lijkt te verstommen door de stille aanwezigheid van mensen die om mij heen zitten en waarvan ik houd. Ik kijk rond en voel het leven met de Ene in de gewoonheid, in de gebrokenheid, in een lach, in een traan, in een woord, in een lied. En dan droom ik, hoop ik, wil ik dat ik mijn talenten daarvoor in mag zetten.

De taal die je nodig hebt om over God te kunnen praten wordt steeds minder gesproken. Het is de taal die ook in poëzie klinkt, waarin je achteraf pas begrijpt dat iets op geen andere manier uitgedrukt kan worden dan zó. In die taal wordt de Ene niet gevangen, maar kun je Hem soms wel vinden. Si comprehendis non est Deus zegt Augustinus – wanneer je denkt het te snappen, is het niet God die je gevonden hebt. In Jorwert, in de Radboudkerk, daar voel ik mij aangespoord om bij te dragen aan het grote verhaal van God en mensen.

Ik sta bij de buitendeur en voel een briesje.
‘Jelle! Jelle!’

Hoorde ik iets? Ik ken die stem ergens van.

 

(naar aanleiding van 1 Sam 3, de roeping van Samuel. Lees hier de tekst in de Naardense Bijbel)