verhalen over geloof

Heilige grond ~ Exodus 3: 1-16


Wat wil je later worden als je groot bent?

Wie heeft die vraag nooit gesteld gekregen?
En wat zeg je dan? Brandweerman? Dokter? Juf? Buschauffeur?

De vraag lijkt betrekking te hebben op een beroep, een functie. Wat wil je worden? Outbound Sales Manager? Business Strateeg? Chief Financial Officer?

 

Maar heeft de vraag ‘wat wil je worden’ ook niet te maken met wie je bent, of wie je wilt zijn? Verpleegkundigen zijn vaak zorgzaam, een onderwijzeres brengt graag anderen tot bloei.  Wat je wilt worden zegt dus iets over wie je bent.

De vraag ‘wat wil je worden’ zou dus ook beantwoord kunnen worden met:

“Ik wil graag mijn talenten ontdekken en doen wat bij mij past”
“Wijs, zodat ik zie wat er echt toe doet”
“Opmerkzaam, zodat ik luister naar waar ik ten diepste naar verlang…”

Die verbinding tussen de dingen die je doet en wie je ten diepste bent, heeft te maken met roeping. Want roeping gaat ook over je diepste zijn. Elk mens kan zich bij tijd en wijle geroepen voelen tot iets.

In februari 2013 liepen Tjitske en ik op It Eilân, tussen Akkrum en De Veenhoop. Het ging niet zo erg goed met me. “Heb je weleens overwogen op theologie te gaan studeren?”, vroeg Tjitske me. Daarmee zei ze hardop waar ik stiekem ooit wel aan gedacht -of over gedroomd? – had.

Het voelde als een soort coming out en in de maanden en jaren daarna vroeg ik me af waarom het zo lang had geduurd om het pad te vinden waarnaar ik al zo lang op zoek was geweest.


(terug naar de tekst)

Mozes is een man met een verleden.
Gevlucht uit Egypte, met strafblad, en nu hoeder van schapen terwijl zijn broeders en zusters in ellende en onderdrukking verder leven onder het bewind van de farao in Egypte.

Wat zou hij antwoorden wanneer wij hem zouden vragen:
‘Mozes, wat wil jij worden, wie wil jij zijn, als mens. Wat raakt jou ten diepste, hoe wil jij van betekenis zijn? Waartoe voel jij je geroepen?’

Tegen die achtergrond speelt zich in mijn idee het verhaal af dat we zojuist lazen.

Ik bedacht: stel dat er een Hollywoord regisseur is die een film wil maken over dit Bijbelgedeelte?

Mozes met zijn schapen slentert wat door de bergen. Hij is een beetje verdwaald en er komen donkere wolken aan, de muziek zwelt aan. Onheilspellende klanken, trommels, violen en trompetten. Mozes die langzaam opkijkt, een plotselinge vuurbal die een struik in lichterlaaie zet. Een mysterieuze sfeer en de diepe bas van God die uit de hemel klinkt. Er is vuur, rook en spektakel. Op onverklaarbare wijze wordt een mens overrompeld door de grootheid van God. Plotseling weet Mozes het! Hij moet gewoon naar de farao en zijn volk bevrijden! De kleine mens werpt zich neer voor God. Halleluja!

Ik weet het niet. Ik geloof dat ik dat toch wat kitsch vindt. Een mens wordt niet overrompeld, wordt niet als een donderslag bij heldere hemel overtuigd van Gods hulp. Als we roeping (en trouwens ook andere wonderlijke gebeurtenissen uit de Bijbel) benaderen zoals het dramatische film-decor, dan creëren we een grote afstand tussen de tekst en ons eigen leven. Hoe zou ons gewone, soms wat saaie en vaak middelmatige leven kunnen tippen aan de geweldige ervaringen die Mozes hier heeft?

Is het niet zo dat inzicht en vertrouwen veel vaker het resultaat zijn van een lange weg? Een resultaat van vallen en opstaan, zig-zaggend, als een rivier meanderend? En wanneer je achterom kijkt, blijken belangrijke keuzes vaak een onlogische route te hebben afgelegd.

Dit verhaal heeft geen toegevoegde dramatiek of Hollywood-sausje nodig. De ervaring van Mozes is een ervaring zoals die elk mens kan overkomen. Ook dit verhaal mag voor ons werken als een dag uit het leven gegrepen. Hoe kun je luisteren naar de stem die in je ziel klinkt?

Mozes is een mens, net als wij. En op de stem van God reageert hij op een manier die wij waarschijnlijk drommels goed kennen: wijfelend, onzeker, zichzelf afvragend wie hij nou eigenlijk is…

Onder een paar lagen van fatsoen, bescheidenheid, onzekerheid en angst weet Mozes al welke keuze hij moet maken. Ik denk dat Mozes, diep van binnen, droomde van een tijd van bevrijding voor zijn volk in Egypte. Een droom waar hij al jaren mee rond liep.
Hij wil iets doen, maar weet niet hoe. Wie is hij nou helemaal? Hoe zou hij, schapenhoeder en vluchteling, een rol kunnen spelen in zoiets groots?

Roeping is niet iets wat voorbestemd is voor enkelen. Roeping heeft niet te maken met hemelse voorbestemming. Roeping heeft te maken met in beweging komen. Het heeft te maken met een pad vinden waarop je de dingen doet die bij jou horen. Het heeft te maken met de talenten die jou zijn gegeven inzetten voor een vruchtbaar leven.

Dit verhaal gaat niet over een middag op een berg, maar over een denkproces van jaren. Mozes ontwikkelt zich en krijgt gaandeweg zicht op wie hij ten diepste wil zijn, op waartoe hij zich geroepen voelt. Langzaam krijgt hij helderheid: doe wat je doen moet. Waren dat zijn eigen gedachten? Of de stem van God? In de gloed van de brandende zon lijkt het alsof dat onderscheid er niet meer is. Alsof die stemmen met elkaar versmelten.

God spreekt. Hij die ons kent. Hij die ons tot inzicht brengt en ons geweten wekt uit de ban van onbewustheid. Wij zijn tot grote dingen in staat. God is steeds bij ons. En dan denk ik: in de kerk kunnen we nog wel uit de voeten met zulke woorden, maar het valt nog niet mee om daar buiten de muren van dit huis handen en voeten aan te geven. Die stem van God die niet klinkt uit de speakers van deze geluidsinstallatie, wordt niet opgevangen met ons trommelvlies, dus waar hebben we het over?

Het verschil tussen Mozes en onszelf is niet zo wezenlijk. Misschien hoeven wij geen volk te bevrijden uit de handen van een absoluut heerser, maar heeft niet iedereen in zijn of haar leven vragen over hoe nu verder?
Voor jongeren heeft dat misschien te maken met carrierestappen
voor anderen met opvoeding van kinderen
en wanneer het einde van het leven dichterbij komt hebben die vragen wellicht te maken met wat er nog moet gebeuren in de tijd die rest.

In Taizé kwam ik afgelopen zomer in contact met Domen, 30 jaar. Hij vertelde me over zijn werk waarin hij zo ongelukkig is. Werk waarin hij steeds verder van zichzelf vervreemd raakt.
“Ik zoek naar een uitgang, maar ik weet niet waar ik zoeken moet”. En dat is geen uitgang naar meer carrière of een beter salaris, maar een verlangen om vrij te mogen zijn van allerlei krachten die hem (ons?) afhouden van de dingen waar het in wezen om gaat. Om te werken in een omgeving waarin je als mens bedrijfsmiddel bent. Of waarin machines belangrijker zijn dan mensen. Of waarin bedrijfsbelangen haaks staan op je persoonlijke overtuiging. Of waarin zorg voor collega’s op de allerlaagste positie op de prioriteitenlijst zijn beland. Over slavernij gesproken…

Ik voelde door Domen opnieuw hoe belangrijk het is om je leven te leiden in harmonie met de mens die je ten diepste bent.

Breng mij tot inzicht,
bevrijd mijn, wek mijn geweten
uit de ban van onbewustheid.

Zet mijn voeten stevig neer –
zeg ga, duw mij zacht en stevig.

Die woorden uit psalm 26 wens ik Domen toe. Dat die woorden werken als het vuur van die braamstruik. Dat Gods stem fluistert als een smeulend vuur.

En waar kom je zulke braamstruiken dan tegen? – zou een terechte vraag zijn.
Volgens kunstenaar David Robinson (zie afbeelding On Holy Ground ), kan dat overal zijn. Daar waar wij God tegenkomen, mogen we spreken van heilige grond. En nee, dat is niet voorbehouden aan kerken, tempels en vermaningen. Dergelijke plekken kun je niet opzoeken in Google Maps. Het zijn de plekken waar de aarde en hemel elkaar even aanraken.

Mozes doet zijn sandalen uit. Hij hoeft zich niet anders voor te doen dan hij is. Alsof hij zegt: Ik ben onderdeel van iets wat mijzelf te boven gaat en hier ben ik.  En zo wil ik hier ook voor u staan: ik wil staan voor het licht in het leven. Mijn schoenen doe ik hier vandaag uit als teken van naaktheid. Ik hoef niet op grote voet te leven, ik hoef me niet anders voor te doen dan ik ben, ik hoef niet de grote jongen te zijn.

 

. . .

Wie is die God eigenlijk, wiens stem Mozes hoort?

“Ik ben de God van je vader, God van Abraham,
God van Isaak en God van Jacob”

Eugen Drewerman, duits theoloog-filosoof zegt:

De God die nu tegen je praat is niet vreemd en onbekend, maar hij ademt uit jouw bloed, hij klopt in jouw hartslag, hij denkt in jouw eigen hunkering en verdriet, hij is bij je in de rusteloosheid van jouw nachten. Alles wat uit de traditie als heilig tot jouw kwam, alles wat jou als kind werd doorgegeven, staat nu weer op in je als volwassene. De God van jouw vaderen is zoiets als je eigen wezen, zoals God het ziet en voor jou bestemd heeft.

En als mijn kinderen mij nu vragen hoe ik hier terecht ben gekomen?
Dan is mijn antwoord dat dat voor mij roeping is. Zo’n roeping gaat niet gepaard met bovennatuurlijke dramatiek, maar is geworteld in oude dromen, niet-eerder toegelaten gedachten, huiver, onzekerheid over eigen kunnen en een brandend vuur dat wel verwarmt maar niet verteert. Dit is mijn pad. Dit wil ik zijn. Deze keuze moet en wil ik maken.

In twijfel nu om te zeggen: een pad dat God al had gekozen. Ik weet niet of ik dat zo kan geloven en uit kan spreken. Dat klinkt wat te eenvoudig. Hoe het wel werkt? Ik weet het niet. Het leven voor God volgt niet de route van dingen weten en kennen – het is juist het tegenovergestelde: ik heb slechts een vermoeden en vertrouwen dat het vinden van een pad te maken heeft met luisteren naar die onhoorbare stem die er is, die mij helpt te gaan. En hoe die stem samenvalt met wat ik zelf had bedacht…Dat laat ik maar even liggen.

De roeping van Mozes kan de roeping van ieder van ons zijn. “Uit je hok!” – doe wat je doen moet. Laat je niet leiden door je onzekerheid, maar geloof in de weg die je samen met God mag gaan. Mozes maakt geen miraculeuze transformatie mee. Er is geen nieuwe Mozes, hij is niet revolutionair veranderd, maar hij is een man die het aandurft. Mozes geeft richting aan zijn leven, voegt waarde toe, maakt het een leven waard om voor te leven. Ik zou zeggen: een leven zoals God voor ons allemaal bedoeld heeft.

In Exodus 3 gaat het over Mozes, maar eigenlijk over ons allemaal. Het gaat over de vraag hoe je op zoek kunt naar betekenis in je leven.
Welk pad moet ik gaan?
Wie ben ik eigenlijk?
Hoe ga ik mijn eigen weg?
En wie ben jij eigenlijk, God? Wat is je naam?

En dan horen we: Ik ben die ik ben.
Is dat cryptisch? Klinkt het geheimzinnig?
Of misschien bemoedigend.

Ik zal er zijn. Zit er maar niet over in. Het komt goed.
Ik zal je vriend zijn. Ik help je gaan.

Amen

(lees de bijbeltekst hier)

2 reacties

  1. Friese Ketter

    Ik was erbij!

  2. Cees Paul

    mooi beeld ook – wie heeft het gemaakt?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2024 Jelle Waringa

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑