Zomaar een zaterdagmiddag, een bleek zonnetje en we hadden elkaar lang niet gezien. We zaten in de tuin en het leuke van hen is dat je, na de eerste hoe is het met de kinderen? en hoe was de vakantie? eigenlijk altijd op een echt gesprek komt. Je kunt er bijna gif op innemen dat het onderwerp religie op enig moment ook langs zal komen. Misschien is dat wel vanwege de behoorlijke afstand tussen ons wanneer het gaat over de waardering voor religie in je leven. Voor hen niet relevant, voor mij een grond van mijn bestaan. Wat is het toch fijn om verschillend te zijn.

In een eerdere blog probeerde ik iets te schrijven over taal in relatie met religie. Over de associaties die het op kan roepen en vervelende herinneringen waarmee taal geladen kan zijn. Taal is een emotiedrager en kan oproepen wat pijnlijk is.

Der Zaun – Armando

Taal kan ook worden tot kunst wanneer het iets in zich draagt dat zich pas in tweede instantie aan je openbaart. Net zoals een schilderij waar je eerst even naar moet kijken voordat het gaat spreken. Waarvoor je even je best moet doen en het zich dan als voor je opent.

 

Ik dacht terug aan dat gesprek in die tuin bij het kijken van de uitzending van De Verwondering (zie onderaan)  waarin Tieneke van Lindenhuizen spreekt over de kracht van woorden. Wat is er zo mooi aan een woord?  “Wat maakt dat een woord mooi is, is wat er waar in is”. Ik denk dat het in die zin niet gaat over de waarheid of over het claimen van gelijk – maar dat het veel meer gaat over wat er van waarde is. En hoe komt die waarde daar in terecht? Taal is ongelofelijk belangrijk om ook het mysterie in ons leven woorden te geven.

“Maar voor een goed leven heb ik die Bijbel toch niet nodig!”, hoor ik haar zeggen in die tuin. Het voelt alsof ik nu een pleidooi moet houden waarom je die Bijbel wél nodig zou hebben, maar ik snap haar wel. Ik kan alleen maar iets stamelen over het waarom van mijn eigen behoefte aan een moreel kompas dat die Bijbel voor mij is. En dat is ook zo, maar het is meer. Tieneke zegt: woorden die kracht hebben die van buiten komt en die wij er niet in hebben kunnen leggen. Wie dat wel heeft gedaan? Daar gaat het niet over en daar gaat het niet om. Ik heb de kracht van die woorden nodig om mij te emotioneren, te herinneren en me richting te geven.

In diezelfde uitzending komt psalm 112 aan de orde. Volgens mij een voorbeeld van wat ik met veel te veel omhaal probeer te zeggen. Woorden met waarde, woorden als kunst, woorden die iets oplichten van waar het om gaat. In deze versie een tekst  zonder het woord God. Is dat nodig om het ook verteerbaar te maken voor mensen die zich atheïst noemen? Misschien wel en dat is ook prima. Het gaat om de waarde.

Je zou gelukkig willen zijn:
stevig, vrolijk, rechtop,
goed werk, goed wonen, wat geld,
aardig worden gevonden
lief, je grote liefde vinden,
kinderen krijgen, gezonde, mooie.
Dat zou je willen – wie niet?

Wil je ook goed zijn, betrouwbaar,
trouw, rechtvaardig, meedogend?
Een duistere zaak is de wereld
maar er zijn mensen van licht.

Gierig wreed zelfzuchtig dezen en genen
maar er zijn mensen die geven en delen.

Er is kwaad en woester kwaad onstuitbaar
maar er zijn mensen die de doem doorbreken.

Er zijn woorden gesproken
die werken ten goede, je hart versterken,
je geweten scherpen.
Gelukkig wie ze zoekt te horen
en leeft om te volbrengen.

Een kwaadwillig mens wordt nooit gelukkig.

(Uit: Huub Oosterhuis, 150 psalmen vrij)